Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij dan riepen voor de tweede maal den mens, die blind geweest was, en zeiden tot hem: [28]Geef God de eer; wij weten, dat deze Mens [29]een zondaar is. 28. Dat is, belijd oprecht de waarheid voor God, waarmede Hem, als een kenner der harten, Zijne eer wordt gegeven. Zie Joz.7:19; 1 Sam.6:5. 29. Dat is, een openbaar overtreder van Gods wet.